
Het kiezen van de juiste schroeflengte en -dikte is minstens zo belangrijk als het soort schroef zelf. Te kort? Dan zit de verbinding los. Te lang? Dan schiet je er aan de andere kant weer uit. Met deze tips maak je altijd de juiste keuze:
De juiste schroeflengte bepalen
Een goede vuistregel:
De schroef moet minimaal 2/3 in het tweede (onderliggende) materiaal steken.
Voorbeeld:
Monteer je een plank van 18 mm dik op een houten regel? Dan is een schroef van ca. 40–50 mm ideaal.
Let op:
- Bij zachte materialen zoals spaanplaat kun je iets langere schroeven gebruiken.
- Bij metalen of harde houtsoorten is het aan te raden om voor te boren om de sterkte van de schroef te behouden.
De juiste schroefdikte kiezen
De dikte van de schroef hangt vooral af van:
- Het gewicht dat de verbinding moet dragen.
- De sterkte van het materiaal waarin je schroeft.
Richtlijnen voor schroefdiktes:
- 3–3.5 mm: Voor lichte toepassingen zoals het monteren van latjes of lijstwerk.
- 4–5 mm: Voor de meeste doe-het-zelf klussen, zoals meubels en houten constructies.
- 6 mm of meer: Voor zware belastingen, dragende constructies of buitenwerk.
Pro tip: Bij twijfel? Kies liever een iets dikkere schroef en boor voor. Dat zorgt voor een stevigere verbinding en minder kans op schade aan het materiaal.
Vragen over welke schroefmaat geschikt is voor jouw klus? Neem contact op met één van onze experts.